Wijzigingen bijlage a nieuwbouw per 1 januari 2021

Inhoudelijke wijzigingen artikel 4 Bijlage A (Horend bij de Garantie-  en waarborgregeling Nieuwbouw 2020)

De ontwikkelingen op gebied van installatie staan niet stil. Reden om per 1 januari 2021 een nieuwe versie van artikel 4 uit Bijlage A te hanteren. Ook het verzoek om de tabel boilerinhoud te verduidelijken is meegenomen. In dit artikel vindt u een overzicht van de wijzigingen en kunt u de nieuwe versie van Bijlage A downloaden. Wellicht zal het u dan ook opvallen dat Woningborg een nieuwe huisstijl heeft. Deze Bijlage A is een van de eerste uitingen in de nieuwe stijl. De komende tijd zal u steeds vaker het blauw van Woningborg terugzien in onze uitingen.

Garantie- en waarborgregeling 2020 niet gewijzigd 

De Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2020 blijft ook voor planaanmeldingen in 2021 van toepassing, met daarbij een nieuwe versie van Bijlage A. Ook de Transformatieregeling 2020, de Waarborgregeling Zakelijk 2015 en de Garantie- en waarborgregeling Verbouwingen 2016 wijzigen niet. Vanwege de nieuwe versie van Bijlage A zijn de modelovereenkomsten nieuwbouw op dit punt wel aangepast. Deze zijn vanaf 1 januari 2021 te downloaden op onze website.

Wijzigingsoverzicht en toelichting

Artikel 4 Verwarmingsinstallatie, tapwaterinstallatie en ventilatie, Bijlage A per 01-01-2021 behorend bij de Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2020 (GWRN 2020)

Het betreft wijzigingen in artikel 4 Bijlage A versie 01-01-2021 ten opzichte van versie 01-01-2020. 

Aanleiding

Vorig jaar zijn in artikel 4 d.d. 01-01-2020 diverse wijzigingen en aanvullingen opgenomen ten opzichte van eerdere versies. Daarmee kwam Bijlage A tegemoet aan wensen van ondernemers om nader vast te leggen welke garantievoorwaarden er gelden bij toepassing van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van installaties, zoals warmtepompboilers.  Ook gaf de aangepaste versie van Bijlage A een betere aansluiting bij hetgeen reeds vanaf medio 2017 geadviseerd werd in de laatste ISSO publicatie 51.

De ontwikkelingen op gebied van installatie staan echter niet stil. Reden om per 1 januari 2021 een vernieuwde versie van artikel 4 uit Bijlage A te hanteren. Ook het verzoek om de tabel boilerinhoud te verduidelijken is meegenomen. De nieuwe versie is duidelijker en sluit beter aan bij de jongste ontwikkelingen en inzichten.

Ruimtetemperaturen

De minimaal te behalen ruimtetemperaturen zijn per 01-01-2020 t.o.v. de oudere Regeling 2016 omhoog bijgesteld, zoals al vanaf medio 2017 werd geadviseerd volgens de ISSO 51 uitgave 2017. Deze aangepaste temperaturen blijven in het nieuwe artikel 4 van Bijlage A gehandhaafd. De reden van deze temperatuureis is gebaseerd op de wens van consumenten naar behaaglijkheid (hoogte stralingswarmte). Er is gebleken dat behaaglijkheid vaker tekort schiet door lage temperatuurverwarming in combinatie met hogere isolatiewaarden van uitwendige scheidingsconstructies en verbeterde luchtdichtheid van woningen en appartementen. De aanpassing vindt zijn oorsprong in een toename van klachten op het gebied van behaaglijkheid.

In een aantal specifieke situaties betekent dit dat er met de toepassing van vloerverwarming onvoldoende warmte-afgevend vermogen aanwezig kan zijn en zal in de standaarduitvoering een toevoeging noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld middels een elektrische radiator of wandverwarming.

Niveau warmwatervoorziening 

Het nieuwe artikel 4 geeft een betere uitwerking van het omschreven niveau zodat een warmwatervoorziening voldoet aan de eis van goed- en deugdelijk werk.

Voorzien in een redelijke behoefte

Er is nader omschreven wat op basis van landelijke gemiddelden verstaan dient te worden onder redelijke behoefte voor wat betreft douche- en ligbadvoorziening en de gebruiksfrequentie daarvan. In geval er een grotere gebruikersbehoefte, voorkomend uit een hogere gebruikersfrequentie, gewenst is, zal de installatie hierop verder aangepast moeten worden (bijv. middels aangeboden meerwerkopties).

Doorstroomtoestel versus voorraadboiler

De minimale waarden voor tapwatercapaciteit per aangegeven tappunt zijn ongewijzigd gebleven. De continuïteit bij toepassing van een doorstroomtoestel is, mits een voldoende gedimensioneerd systeem wordt toegepast, gewaarborgd.

Bij toepassing van voorraadboilers ligt dat anders en is gebleken dat er behoefte is aan een kader waaraan minimaal voldaan dient te worden. Wat mag een gebruiker verwachten ten aanzien van     de warmwatervoorziening en wanneer is er sprake van strijdigheid met de eis van goed en deugdelijk werk.

De oude tabel met differentiatie in opwarmtijd, waarin minimale boilerinhouden zijn opgenomen, is komen te vervallen. Nachtstroomboilers worden nauwelijks meer toegepast en het onderscheid in boilercapaciteit gaf ongewenste situaties en onjuiste ontwerpcondities. Daarnaast is voor gebruikers het verschil in wachttijd nagenoeg niet relevant.  Wachten is ongeacht de lengte voor veel mensen niet acceptabel. In de oude tabel was ook de reductie bij toepassing van een douche-WTW ten onrechte niet verwerkt, hoewel dit een zeer positief effect heeft op de energieprestatie van een woning.  De overlap tussen de waarden voor boilerinhoud was bij de verschillende laadtijden zoals vermeld in de oude tabel te groot. Daardoor ontstonden ongewenste verschuivingen bij het maken van keuzes voor vermogen van de warmtepomp in relatie tot de opwarmtijd en de noodzakelijke boilerinhoud. De keuze voor een warmtepomp met meer vermogen en dus met kortere opwarmtijd betekende in het grensgebied tussen de diverse waarden dat het boilervat kleiner kon zijn.  Maar voor de verwarming gaf dit dan weer een te groot vermogen met nadelige consequentie voor het rendement.

Om bovengenoemde redenen is er in de nieuwe tabel uitgegaan van een voldoende dagvoorraad. De opwarmtijd is daarmee voor het bepalen van de grootte van het boilervat niet meer relevant. Wel wordt een maximum aan opwarmtijd van 8 uur aangehouden voor het geval dat in de ochtend de totale voorraad wordt gebruikt en deze gedurende de dag weer opgewarmd dient te worden. Deze bepalingsmethodiek past binnen de ISSO-richtlijnen.

Toepassing douche-WTW

De nieuwe tabel bevat afzonderlijke waarden voor boilerinhoud bij toepassing van een douche-WTW, uitgesplitst naar douche-goot en douchepijp. Deze toepassing geeft een besparing op het verbruik van warmwater waardoor het boilervat kleiner kan zijn. 

Uitgangspunten en gebruik tabel boilerinhoud

In het nieuwe artikel 4 is nader aangegeven hoe de tabel voor de boilerinhoud gelezen dient te worden. De tabel geeft waarden aan waarmee voldaan kan worden aan de gestelde eis om te voorzien in een redelijke behoefte.

Tevens is opgenomen hoe om te gaan met afwijkende ontwerpcondities voor bepaalde onderdelen. Zoals bij een systeem met een afwijkende nuttige boilerinhoud of indien er een snellere opwarmtijd aan de orde is, zodat er een reductie van de aangegeven boilerinhoud kan plaatsvinden.

Uitgangspunt daarbij is dat het omschreven niveau gehaald wordt.