Veelgestelde vragen: Termijnregelingen appartementsrechten
Hier vindt u de veelgestelde vragen over de termijnregelingen appartementsrechten.
Dat is een regeling waarbij wordt vastgesteld op welk moment de koper welk deel van de aanneemsom betaalt.
De voor appartementen te hanteren termijnregeling is o.a. afhankelijk van het aantal vloeren dat een privé-gedeelte heeft (denk aan maisonnettes).
De termijnen van de aanneemsom mogen worden gefactureerd zodra het daarbij omschreven moment zich heeft voorgedaan of de genoemde bewerking van of aan het hoofdgebouw gereed is. De stand van de bouw van eventuele niet aangebouwde bijgebouwen wordt hierbij niet in aanmerking genomen.
Is de termijn ‘aanvang bouw hoofdgebouw’ opgenomen, dan kan deze pas worden gedeclareerd bij start van een van de volgende momenten:
- het boren of slaan van een zich onder het perceel van het gebouw bevindende bron t.b.v. bijvoorbeeld een WKO installatie (als deze werkzaamheden tot de verplichtingen behoren van de ondernemer); of
- het ontgraven van de grond voor de funderingswerkzaamheden van het gebouw; of
- de funderingswerkzaamheden (met name heiwerk) plaatsvinden vóór het ontgraven van de grond, dan de start van het heiwerk van het gebouw.
Al naar gelang welke van deze 3 momenten als eerste plaatsvindt.
Andere werkzaamheden op de bouwplaats, zoals bijvoorbeeld het slopen van nog aanwezige opstallen, het slaan van een eventueel noodzakelijke damwand, saneringswerkzaamheden of het inrichten van de bouwplaats, vormen geen basis voor deze termijn.
Voor het overige verwijzen wij u naar de Algemene Toelichting behorende bij de modelovereenkomst van Woningborg.
Het gaat hierbij om de allerlaagste vloer van het gebouw. De vloer van bijvoorbeeld een liftkoker valt daar niet onder. De afwerklaag (bijvoorbeeld zandcement, anhydriet o.i.d.) mag ontbreken.
Bestaat de laagste vloer (gedeeltelijk) uit straatwerk (klinkers) op een zandbed, dan mag het straatwerk ontbreken. Het straatwerk wordt doorgaans net voor de oplevering aangebracht.
Ook voor deze termijn geldt dat alleen de afwerklaag van de vloer (bijvoorbeeld zandcement, anhydriet o.i.d.) nog mag ontbreken.
Wanneer het privé-gedeelte uit meerdere woonlagen bestaat, zal het percentage voor 1 woonlaag (doorgaans 15%) gelijkelijk moeten worden verdeeld over de laagste (middelste) en hoogste vloer. Ook moet met de onderlinge vloeroppervlakten rekening gehouden worden. Als bijvoorbeeld de laagste en hoogste vloer qua oppervlakte hetzelfde zijn, kan deze termijn verdeeld worden in:
- 7,5% te declareren na het gereedkomen van de ruwe laagste vloer van het privé-gedeelte; en
- 7,5% te declareren na het gereedkomen van de ruwe hoogste vloer van het privé-gedeelte.
Is de verhouding 1/3 – 2/3 dan rechtvaardigt dat percentages van 5% voor de laagste vloer en 10% voor de hoogste.
Zijn (bij 3 woonlagen) alle 3 de vloeren gelijk qua oppervlakte dan kan de 15% verdeeld worden in 3x 5%.
Bij een spouwmuur is het binnenspouwblad de binnenmuur. De spouw is de ruimte tussen de binnen- en de buitenmuur. De buitenmuur wordt buitenspouwblad of buitenblad genoemd. De termijn ‘binnenspouwbladen aangebracht’ mag worden gedeclareerd op het moment dat de binnenspouwbladen, inclusief kozijnen of stelkozijnen (exclusief beglazing), geplaatst zijn.
Bij een spouwmuur is de buitengevel het buitenspouwblad. De spouw is de ruimte tussen de buiten- en de binnenmuur. De binnenmuur wordt binnenspouwblad of binnenblad genoemd. De termijn ‘buitengevel aangebracht’ mag worden gedeclareerd op het moment dat het ruwe buitenmetselwerk (exclusief glas-, voegwerk en waterslagen), de gevelbeplating, aftimmering en/of buitengevelstucwerk is aangebracht.
Deze termijn heeft betrekking op het dak van het hoofdgebouw en niet op bijvoorbeeld het dak van een losstaand bijgebouw. Voor dat bijgebouw geldt een eigen termijnregeling.
Het dak van het hoofdgebouw kan als waterdicht worden beschouwd als:
- de dakpannen zijn gelegd, inclusief nokvorsten en hoekpannen;
- de eventuele dakkapellen en/of dakramen zijn aangebracht en voorzien van beglazing, dakbedekking, lood;
- de liftschachtopbouw(en) geplaatst is/zijn en voorzien is/zijn van een waterdichte afwerking;
- de schoorste(e)n(en) is/zijn aangebracht met afdekplaat (indien voorzien);
- de bitumineuze, kunststof of andersoortige dakbedekking is aangebracht alsmede de dakrandafwerking;
- de goten zijn aangebracht.
Toelichting
Als één onderdeel nageleverd moet worden als gevolg van beschadiging of breuk mag betaling van de termijn niet worden opgeschort. Volledige opschorting mag wel als een dakkapel of dakraam ontbreekt of de beglazing daarvan. Het afdekken met bijvoorbeeld een stuk zeil van (een deel van) het dak zien we niet als waterdicht. Ook als de afdekplaat op de schoorsteen ontbreekt, is het niet waterdicht.
Er kan worden gefactureerd als de afwerkvloer (bijvoorbeeld zandcement, anhydriet o.i.d.) is aangebracht op de vloer(en) van het privé-gedeelte. De dekvloer in de natte ruimten (badkamer/toilet(ten)) mag ontbreken, omdat daar de dekvloer wordt aangebracht bij het aanbrengen van het tegelwerk.
Factureren mag als de ondernemer al het stucwerk, spuitwerk en tegelwerk in het gehele privé-gedeelte heeft aangebracht.